Page 101 - Tegendraads
P. 101

Raad voor Cultuur
“Met de ervaring van de landelijke petitie in onze binnenzak werd medio 2012 veel gesproken over de commissies van de Raad voor Cultuur met ook hier een Randstedelijke oververtegenwoordiging
We zijn alle 374 mensen die betrokken zijn bij de Raad voor Cultuur gaan googelen
op plaats van herkomst, 90% uit Randstad en omgeving, 1% Groningen Friesland en Drenthe. Dat is getoetst bij de mensen die bij de Raad actief waren. Zij bevestigden dat beeld: het is echt een Randstedelijke raad. Alle bijeenkomsten waren in de Randstad, nooit elders in het land.
We hebben een boekje gemaakt met diverse statistieken die uit onze rekensommen naar voren kwamen. Daarmee zochten we de publiciteit. Er stond een stukje in het Dagblad van het Noorden met de welluidende kopregel: Raad van Cultuur Randstadsraad. Ik werd per omgaande gebeld door Joop Daalmeijer, de Raad voor Cultuur-voorzitter: waar ik het vandaan haalde en of ik volgende week even bij hem langs wilde komen. Als een regent sprak hij mij toe. Ik antwoordde dat ik dat graag wilde, maar dat ik ook graag een agenda en een reden voor het bezoek wilde ontvangen. Er kwam een mail van Daalmeijer waarin ik als een boerenpummel werd toegesproken. Wat we gedaan hadden kon echt niet en we wisten niet waar we het over hadden. Ik heb hem gevraagd of hij zich nog kon herinneren dat er medio 2000 een petitie in de Kamer was geweest en wie die petitie had georganiseerd. Daarop bond hij in en zond een liefdevolle en collegiale mail met de vraag of ik toch langs wilde komen. Met de petitie en ons boekje met alle getallen ging ik naar Den Haag. Joop deed een beetje moeilijk en bleef volhouden dat de cijfers die wij hadden gepresenteerd niet klopten. Ik heb hem vervolgens nog eens goed naar de cijfers laten kijken en hem kunnen overtuigen van het feit dat het juiste informatie was. Heel langzaam raakten we echt aan de praat en ging het ergens over. Na 2,5 uur kwamen we zo ongeveer arm in arm zijn kantoor uit.
Een paar weken daarna werd bekend dat de Raad voor Cultuur, ook na protest vanuit andere regio’s, een ander beleid ging voeren. Een paar maanden later reisde men met de commissies door het land, en werden er nieuwsbrieven gemaakt waarin het belang van de regio werd geduid.
Het mooie van Joop Daalmeijer is dat hij mij in tegenstelling tot zijn aanvankelijke reactie alle credits voor de petitie gaf in aanwezigheid van het Noordelijke kunstenveld. Hij sprak waarderende woorden over onze inzet en was oprecht trots op het feit dat de Raad vervolgens die koerswijziging had gemaakt. Ik vind dat heel sportief van hem. Ik heb echter ook gezien hoe gereserveerd lokale wethouders stonden ten opzichte van deze waarderende woorden aan mijn adres.”
| 99



























































































   99   100   101   102   103