Page 122 - Tegendraads
P. 122
120 |
Daar waar grote instellingen meerdere pagina’s kritiek kregen ontving Noorderlicht een pagina met louter lovende woorden. Bij de individuele verslagen van de gesprekken met de instellingen stonden vele kritische opmerkingen over het Groninger Forum. Velen vreesden financiële problemen in de toekomst en zagen het culturele nut er niet van
in. Ik heb nooit begrepen hoe het kan dat een wethouder na kritiek van de kunstraad op een nog op te richten instelling, die vervolgens uit het pakket van de kunstraad haalt.
In de jaren daarna wordt het Groninger Forum gepresenteerd als de top van de cultuur
in de stad, terwijl het geen onderdeel meer is van het kunstenbeleid. Na het eerste
jaar van de nieuwe cultuurperiode werd er grote nadruk gelegd op de noodzaak van dit visitatieonderzoek. Het culturele veld vond dat overdreven. De gemeente vond echter dat de nieuwe gemeenteraad zicht op de actuele stand van zaken moest worden geboden. De werkelijkheid was anders. Het rapport is in een la verdwenen en voor zover mij bekend nooit in de gemeenteraad besproken. Dus het argument om de gemeenteraad met een visitatieonderzoek op tijd te informeren over de stand van zaken is nooit gehonoreerd.
In diezelfde tijd begon ik een actie jegens de Raad voor Cultuur met als doel meer regionale mensen in hun commissies en als adviseurs te krijgen. Ik kreeg een ambtenaar van de gemeente Groningen aan de telefoon die mij adviseerde dat niet te doen. Het
zou niet goed zijn voor het imago van Groningen. Bovendien zaten er toch al mensen uit de Randstad in de Groningse Kunstraad die de instellingen in Groningen visiteerden en zouden gaan beoordelen? Dat waren de voormalige directeur van de Mondriaanstichting Gitta Luiten en nog iemand. Ik heb in een telefoongesprek van anderhalf uur niet duidelijk kunnen maken dat het ging om twee verschillende zaken. Het wilde maar niet doordringen dat de mensen die door Groningen waren geselecteerd voor de visitatiecommissie geen leden waren van de Raad voor Cultuur. Het wilde maar niet beklijven dat in de landelijke Raad voor Cultuur bijna alleen maar Randstedelingen zaten en dat zij indirect het beleid voor Groningen bepaalden. Maar deze ambtenaar vond blijkbaar dat het belangrijker was dat er Randstedelingen in de Groningse commissie zaten dan andersom. De landelijke Raad voor Cultuur werd gezien als een Fremdkörper waarover we het in Groningen niet moesten hebben en waartegen we vooral niet in de openbaarheid moesten ageren.”
Experiment en vernieuwing
“Van meet af aan paste Noorderlicht als grensverleggende documentaire organisatie in geen van de indelingen van de Raad voor Cultuur. In onze eerste periode zaten we in dezelfde groep als het Holland Festival en een aantal experimentele instellingen. Daar hoorde Noorderlicht helemaal niet bij, want het is geen instelling waar het experiment centraal staat. In de tweede periode werden we bij een andere sector ondergebracht