Page 136 - Tegendraads
P. 136
134 |
Karakter
“Het mooiste dat iemand ooit tegen mij zei is dat het vaak maanden later doordringt dat ik gelijk heb. Tja, als iemand dan opmerkingen over mijn karakter heeft... Mijn persoon kun je daar niet los van zien.
In vergaderingen met meerdere ambtenaren heb ik in al die twintig jaar zelden het woord gevoerd. Wel in 1-op-1 gesprekken en in alledaagse conversaties over de voortgang van het werk. Daarin laat ik een mening horen waar geen twijfel in zit. Want ik stond voor een club, een visie. Het heeft niets met de persoon in kwestie te maken, maar toch vindt
men dat niet prettig en voelt men zich gauw overruled. Het is voor ambtenaren dan ook heel moeilijk om de waarheid te horen, want zij kunnen de werkelijkheid niet veranderen. Ik heb het niet bij mensen die zelf een duidelijke mening hebben. Die geven ter plekke weerwoord, daar knal je mee en ga je vervolgens een biertje drinken.
Wanneer een wethouder het beleid omgooit, benoem ik dat in een gesprek onder
vier ogen. Dan zeg ik wat ik ervan vind en dat hij respect moet hebben voor de kunstinstellingen die alles nu wéér moeten veranderen. Zo’n wethouder is echter jaknikkers om zich heen gewend. Ik ben dat niet. Een van hen erkende ooit dat hij eigenlijk aan het begin van zijn termijn een avond met mij had moeten praten.”
Analytisch denken
“Ik ben geen intellectueel, omdat ik dat nooit geleerd heb. Dat heeft niets te maken met mijn afkomst, maar met wat ik kan en wie ik ben. Het voordeel van iemand die op een goede manier een universitaire opleiding heeft voltooid is dat die heeft geleerd analytisch te denken. Die persoon kan een verhaal maken met een begin, een tussenfase en een einde. Daar ben ik ontzettend slecht in.
Ik kan iets weergeven, maar ik krijg het niet op schrift. Het klopt wel dat ik een grote
EPilooG
GooliPE